Week 14 oktober
Dinsdagmorgen: Bij de slooppanden op de Maasstraat staan twee mannen met elkaar te praten. Ze maken een inschatting hoe lang het nog gaat duren voor alles plat ligt. Als de een weg loopt maak ik een praatje met de ander(meneer A). Hij woont in de Scheldestraat, om de hoek dus. Daar woont hij al 50 jaar. Hij is in de wijk geboren, heeft een tijdje op Keizerslanden gewoond, maar is via ruil terug gekomen. Wil niet meer weg want vindt het heerlijk wonen hier. Hij heeft wel contact met de directe buren, maar bemoeit zich verder niet met de wijk zelf. Heeft geen functie in de speeltuin o.i.d. en neemt geen deel aan de gesprekken over de vernieuwing. “ach, dat gebeurt toch vooral aan de andere kant” zegt hij, en hij doelt daarmee op de magische grens van de Amstellaan die als een rivier de beide wijkdelen deelt. Als ik vraag of we wat kunnen doorpraten over zijn leven in de wijk schudt hij z’n hoofd. Geen interesse, “ik wil me nergens mee bemoeien”.
Ik sta bij het stoplicht samen met een vrouw te wachten. Ik knoop een praatje aan. Zij woont toevallig ook in die Scheldestraat. Doet even een boodschapje op het Deltaplein. Haar ouders wonen in een bejaardenwoning verderop. Ze heeft een ernstig zieke man. Haar huis is aangepast met lift e.d. Ze vindt het fijn wonen in de straat. Veel contact, lekker voor het huis zitten als het mooi weer is. Alleen baalt ze ontzettend van een nieuwe buurvrouw die van Keizerslanden naast haar is komen wonen. Een asociaal type dat voor veel overlast zorgt. In het begin hadden we nog wel medelijden met haar, ze was zwanger enzo. Maar nu heeft ze al weer een ander kind van een andere Antiliaan en ze gedraagt zich asociaal. Ze heeft de politie er over gebeld. Nee, niet de woningbouw, dat heeft toch geen zin. Het grappige is dat inmiddels meneer A ons al lopend heeft ingehaald. Ze kennen elkaar, en we grappen wat over zijn jeugdige uiterlijk (hij is 70 jaar), maar ze onderschrijven nogmaals beiden dat ze in een fijne straat wonen waar men echt met elkaar meeleeft.
Donderdagmiddag: regenachtig, weinig volk op straat. Drie jonge zwanen worden verdreven door pa zwaan. Ze vluchten het schoolplein van de Deltaschool op. Een onderwijzer komt naar buiten om ze weg te jagen. Hij gaat snel weer naar binnen. Geen tijd voor een praatje.
Bij de Lidl spreek ik een jong meisje aan. Ze woont een maand in de Rivierenwijk, in de Dommelstraat. Ze komt uit Vietnam en studeert bij Saxion. Ze blijft 2 jaar. We maken een afspraak. Ik mag bij haar thuis komen om verder te praten. De regen gutst n.l. inmiddels uit de hemel. Ik constateer dat we niet in een goed jaargetijde zitten voor lange straatgesprekken.
Zaterdagmiddag: Ik fiets weer langs de sloop op de Maasstraat. Het vordert goed. Gekleurde slaapkamerwanden tonen zich schaamteloos aan de kijker. Ik maak foto’s, niemand bemoeit zich er mee. De zwanenfamilie zwemt eensgezind in de vijver. Ik ga op het Deltaplein op het bankje zitten en ervaar het plein. Het is druk bij de Lidl. Het zijn niet allemaal bewoners uit de wijk. Ik vraag het een paar mensen en wordt er in bevestigd; de Lidl is duidelijk een trekker.
Marokkaanse meisjes treffen elkaar op het bankje. Ze praten druk en vullen iets in. Op het balkon van de bovenste flat boven de rechtergroenteboer bevinden zich drie mannen. Ze drinken en bekijken het plein. Mij ook? Ik weet het niet, het voelt in de gatenhouderig. Ik blijf een kwartier zitten en al die tijd staren ze naar het plein.
Ik loop verder. In de Grevelingenstraat is een aardige jonge Turkse vrouw een hoog, haar was aan het ophangen. Ik vraag of ik hem mag fotograferen en dat mag. Weliswaar zonder haarzelf zegt ze giechelend en ze duikt naar binnen. Ik maak de foto en roep “klaar”. Ze komt weer naar buiten en ik maak een praatje. Ze woont een jaar in de wijk en vindt het er fijn. Spreekt redelijk Nederlands, kan me in elk geval verstaan. Haar zoontje heeft een dikke bos krullen. Leuk vrij ventje. Ze tilt hem op de arm en we zwaaien naar elkaar.
Als ik verder loop zie ik een man lopen. Een zestiger met een peuk. We maken een praatje. Hij heeft afgelopen mei een flat op Haringvlietstraat 22 gekocht. Komt van de Gerard ter Borghstraat, elders in de stad. “die huizen daar gaan over een jaar of vier weg, en dan komen er zeker duurdere huizen terug, dus we hebben hier maar een huis gekocht. Deze huizen zijn nog betaalbaar, dus zo ben ik hier terecht gekomen”. Hij komt van oorsprong uit Twente en woont pas sinds 2006 in Deventer toen hij met zijn huidige vrouw is getrouwd. Hij vindt de Rivierenwijk een goeie buurt, alleen zou het 30 km zone moeten worden, ze rijden veel te hard. En er zou meer voor jonge kinderen te doen moeten zijn. De speelplekken hier en daar vindt hij niks. Hij ziet daar de jongere buitenlandse kinderen die hier wonen ook weinig spelen. De speeltuin bij de Ark is toch meer voor de wijk daar en in het buurthuis is het meer voor oudere kinderen, denkt hij. Hij heeft zelf ook kinderen, maar die zitten in een internaat. Ze komen 1 x per maand op bezoek. Hij zou best mee willen helpen met jeugdwerk. Hij is 60 jaar en zit in de WAO. Hij heeft redelijke contacten in zijn portiek, vooral met jongere Turken die hier geboren zijn. Met de oudere krijg je geen contact en met de Polen op zijn portiek al helemaal niet. Elke vijf maanden komen er nieuwe Polen en ze spreken nooit Nederlands. Ik mag hem nog best een keer bezoeken om verder te praten.
Bespiegelingen
Nu ik vaker in de wijk kom realiseer ik me steeds meer dat het echt twee wijken zijn en dat de bewoners het ook zo ervaren. Willen ze er straks één wijk van maken, dan zul je daar bewust activiteiten op moeten inzetten lijkt me. Die Amstellaan is echt een magische grens.
Ik voelde me bekeken op dat Deltaplein. Je kunt in de wijk niet echt ergens gewoon zitten, er is geen terrasje o.i.d. Aan de andere kant is het toch wel een plein van ontmoetingen, maar dan van de toevallige ontmoetingen omdat je elkaar bij de winkels tegen komt.
Ik hoorde deze week opnieuw dat mensen hun eigen directe leefomgeving als belangrijk en fijn ervaren. Dat op straat zitten en voor elkaar zorgen is een waardevol gegeven.
De wijk levert goedkope koopwoningen voor starters of mensen met weinig geld. Het is jammer dat dat door kamerbemiddelaars wordt verknalt. Dat is trouwens ook een frustratie in mijn eigen buurtje in Voorstad.